Verstand tegen intelligentie, wie is wie ?

Ieder mens beschikt over hersenen, de zetel van het verstand – maar zijn de hersenen ook de zetel van de intelligentie?
Een interessante stelling die wel terdege een gedegen grondslag heeft gelet op de volgende zaken.
Verstand en intelligentie zijn namelijk niet alleen twee verschillende woorden, maar voornamelijk twee verschillende krachten die, zo lijkt het wel, totaal onafhankelijk van elkaar kunnen bestaan, werken en functioneren.
Intelligentie is namelijk in staat om de uitkomsten ervan verborgen te houden voor het verstand.
Dit is opmerkelijk als intelligentie daadwerkelijk zou zetelen in het verstand. Het zou dan een deel zijn van het verstand waarop men wel aanspraak kan maken, maar waarvan de uitkomst vervolgens in staat is het verstand te verbazen!
Volgt u het nog?
Een voorbeeld: De wetenschappers Enrico Fermi en Robert Oppenheimer werkten in het geheim aan de ontwikkeling van de atoombom, een wapen dat vanwege haar verschrikkelijke slagkracht oorlogen voortaan zou moeten beteugelen. De intelligentie van beide wetenschappers leidde tot het beteugelen en dirigeren van de krachten van het universum, maar toen de wetenschappers getuige werden van de eerste atoomproef en het vrijkomen van de krachten vanaf veilige afstand observeerden, verbijsterde de uitkomst van de intelligentie het verstand.
Oppenheimer noemde zichzelf geschrokken de ‘verderver van werelden’ en Fermi viel ten prooi aan een ingrijpende depressie. Intelligentie had dus iets gecreeerd maar de uitwerking ervan verbijsterde het verstand van de twee.
Intelligentie kan worden nagebootst (kunstmatige intelligentie) maar het verstand niet. Hoe zit dit en wat wordt er onder intelligentie dan verstaan? Intelligentie is voornamelijk een berekenend vermogen, terwijl verstandelijk processen uit hele andere factoren bestaan. Zo huisvest ons verstand de zintuigen en is het in staat context te filteren uit emoties. Intelligente computers kunnen dit niet maar rekenen snel.
Intelligentie en verstand zijn dus niet elkaars gelijken, maar meer elkaars tegenstelling.
Je zou dus kunnen zeggen dat intelligentie niet voelt, ruikt, proeft, ziet en hoort.
Een intelligente wereld is dus vooral een gevoelloze wereld die slechts nog de kunst verstaat alles berekenend te zien. Geen prettige gedachte maar het verklaart veel als je het mij vraagt.
Een verstandige wereld zou immers geen derde wereld toestaan waarin kunstmatig op gang gebrachte progressieve armoede nu om zich heen grijpt als een woestijn en ook onze economie heeft aangetast. Een intelligente wereld berekend slechts het voordeel van een dergelijke gang van zaken voor de waarlijke boekhouders van deze wereld.
We zouden er wat mij betreft dus verstandig aan doen om steeds minder vaak naar intelligentie te streven. Het heeft ons tot dusver niet zoveel gebracht als de mythe moest geloven.
Weet een melkboer minder dan een wetenschapper?
Nee, de werkelijkheid is dat beiden slechts iets anders ‘weten’. Wat intelligentie precies is?
De meningen van vele wetenschappers lopen hieromtrent sterk uiteen, maar allen zijn het erover eens dat intelligentie niet gemakkelijk te definieren is.
Waarop men dan precies wordt getest als men een IQ test krijgt?
Joost schijnt nogal verstandig te zijn, dus Joost mag het weten.
Laten we liever streven naar een verstandige wereld, zodat er context gefilterd kan worden uit emoties, en men niet langer doofstom is voor de uitkomsten van rampzalige kennis.
Maar dat is als je het mij vraagt.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten